Interview MAVA-jurylid Rob Overduin

‘Finalist zijn is eigenlijk al winnen’

Rob Overduin weet als geen ander hoe je je als makelaar kunt onderscheiden. Hij kent het vak van binnenuit – als voormalig makelaar en operationeel manager bij Vastgoedpro – én kijkt er nu met een frisse blik naar, als voorzitter en directeur van marketinginstituut NIMA. Voor de Makelaars Vakprijzen (MAVA) neemt hij plaats in de jury. We spreken hem over creativiteit, geloofwaardigheid en het belang van het vieren van je vak. 

Wat is jouw verhouding tot het makelaarsvak?

‘Tussen 2005 en 2011 was ik zelf makelaar, dus ik weet wat het vak inhoudt,’ begint Rob. ‘Ik vond het leuk werk, maar ontdekte dat mijn ambities toch meer in de B2B-hoek liggen. Vervolgens heb ik tien jaar bij Vastgoedpro gewerkt, waar ik het vak vanuit een ander perspectief leerde kennen. Inmiddels ben ik actief in de marketingwereld, maar ik heb nog altijd veel affiniteit met de makelaardij.’

Hoe kijk je aan tegen de rol van de makelaar op de markt?

‘Waar het vroeger vooral draaide om de transactie, zie je nu een veel bredere dienstverlening. Ontzorgen is de nieuwe standaard’, stelt Rob. Persoonlijk contact, begeleiding door het hele proces heen – dat is waar het om draait. Natuurlijk hoort daar een deal bij, maar dat is niet meer het enige doel.’ Volgens Rob is ook de consument veranderd: ‘Die is mondiger geworden en beter geïnformeerd. Dat vraagt van makelaars een andere houding. Sommige klanten willen totaal ontzorgd worden, anderen willen alleen een beetje hulp. Daar moet je flexibel in zijn.’

Hoe kijkt je aan tegen de rol van de makelaar op de markt?

‘Ik kijk door een marketingbril,’ zegt Rob. ‘Wie is je doelgroep, wat is je verhaal, hoe geloofwaardig ben je, hoe sluit het totaalplaatje op elkaar aan? Ik let op creativiteit, lef en de bereidheid om het anders te doen – en dan niet eenmalig, maar structureel.Hij ziet makelaars wisselend omgaan met marketing: ‘Makelaars zijn resultaatgedreven, dus ze doen allemaal wel íéts aan marketing. Maar het is veel van hetzelfde.’

'Juist die parels die écht opvallen en disruptief durven te zijn, daar kijk ik naar uit'
Waarom vind je het belangrijk dat de Makelaars Vakprijzen er zijn?

‘Ik vind het altijd goed om een vak te vieren,’ zegt Rob. ‘Makelen is een fantastisch beroep – met veel dynamiek, veel menselijk contact. Het is mooi om te laten zien wie daar goed en vernieuwend in zijn. Zo’n award maakt prestaties zichtbaar en dat kan anderen weer inspireren. Die zien: hé, zij doen het anders – misschien moeten wij ook eens kritisch naar onszelf kijken.’

Wat hoop je dat de MAVA gaat brengen voor makelaars?

‘Eeuwige roem, zegt Rob direct. ‘Het winnen van zo’n prijs is goed voor de teamspirit en een stimulans om het jaar erop weer een stap extra te zetten. Het is leuk om te laten zien wat je doet – en of dat gewaardeerd wordt. Het zet je in de spotlight, het maakt je zichtbaar. En het is natuurlijk ook gewoon een leuk feestje. Daar moet ook ruimte voor zijn.’

Welke categorie spreekt je het meest aan?

‘De categorie ‘Innovatieve Makelaar van het Jaar’, omdat ik nieuwe vormen van dienstverlening hoop te zien.’ Ook ‘Verkoopmakelaar van het Jaar’ ziet Rob als een belangrijke prijs: ‘Aankoop begeleiden is mooi, maar als kantoor heb je verkoopopdrachten nodig om te overleven.’ Bij de categorie ‘Impactvolle Makelaar van het Jaar’ gaat hij in het bijzonder letten op geloofwaardigheid. ‘Het moet geen mooi marketingverhaal zijn, maar om échte impact gaan. Het is makkelijk om je te associëren met maatschappelijke thema’s, maar de kunst is: doe je ook echt iets wat verschil maakt?

'Het moet geen mooi marketingverhaal zijn, maar om échte impact gaan'
Met welk gevoel wil je na de MAVA-uitreiking naar huis gaan? 

‘Met het gevoel dat we echte toppers op het podium hebben gezet,’ zegt Rob. ‘En dat het voor iedereen een mooie avond was – ook voor degenen die niet gewonnen hebben. Als je bij de finalisten hoort, dan bén je al een winnaar. Dan mag je trots zijn, want je vertegenwoordigt het neusje van de zalm van de Nederlandse makelaardij. En wil je er volgend jaar ook staan? Zet dan nu je beste beentje voor.’